Dit jaar komen we met iets nieuws!

“Eindelijk… carnaval, het kan weer! En dus ook de Twentse Verlichte Carnavalsoptocht, die bij al onze leden volop leeft.” Enthousiaste woorden van Jelle Hendriks, voorzitter van CV De Venfluiters in Manderveen.

Dat ze er zin in hebben, bleek al tijdens het jubileumfeest begin januari. Toen werd een weekend lang gevierd dat de vereniging 22 jaar bestaat. “Dat was een prachtig feest,” zegt Jelle, “en een mooie opmaat voor carnaval en de verlichte optocht. Corona is weliswaar twee jaar een spelbreker geweest, maar dat is niet ten koste gegaan van de onderlinge verbondenheid.”

En dus zijn de Venfluiters volop bezig met de bouw van de wagen, waarmee ze willen strijden om de prijzen in de categorie Grote Praalwagens. “We doen elke keer mee om de prijzen. Zo zijn we eerste geworden in 2016 en tijdens de laatste optocht in 2020 werden we vierde met thema ‘Venfluiters op jacht’. De eerste plaats behalen is niet eenvoudig omdat er veel concurrentie is, maar dit jaar komen we met iets écht unieks.” Dat licht daarin een grote rol speelt, is vanzelfsprekend. “Vanaf de overwinning in 2016 zit het lichtvirus er bij ons goed in,” zegt Jelle.

Maar dat virus eiste wel een grote financiële basis. “Het kost inderdaad veel geld om de wagen te bouwen en van veel licht te voorzien. En ook de pakken voor de leden die met loopgroep meedoen moeten betaald worden. Daar doen dit jaar zo’n 190 mensen aan mee. Dat zijn deels leden en deels zijn het niet-leden die toch graag mee willen lopen; zij moeten de pakken wel zelf betalen. We krijgen ook dit jaar de begroting weer rond dankzij inkomsten uit contributie en sponsoring, financieel en in natura.”

Konden de carnavalsverenigingen in 2020 vanwege het slechte weer maar aan één optocht meedoen, dit jaar hoop Jelle dat het hele traject kan worden afgewerkt. “Dan beginnen we met de grote wagen in Langeveen, dan volgt Albergen, vervolgens is er de verlichte optocht, daarna rijden we in Geesteren en we sluiten af met de optocht tijdens Rosenmontag. Tussendoor doen we in Vasse nog mee met de kleine wagen. En man, wat hebben we er zin in!,” besluit Jelle.